Wereldcongres Internationaal Vakverbond - Vancouver - 21 tot 25 juni

Het 2de wereldcongres van het Internationaal Vakverbond (IVV) draait rond de wereldcrisis en de sociale oplossingen voor deze crisis.


Het ACV stuurt een sterke delegatie naar dit congres. De delegatie wordt geleid door Luc Cortebeeck die ondervoorzitter van het IVV is.



zaterdag 12 juni 2010

The Uniquely Singapore Way

Over de middag hebben ze hier op de Conferentie regelmatig side events: een seminarie van 1 à 2 uur rond een afgebakend onderwerp. Sterk geconcentreerd, tussen twee vergaderingen in. Dus voor de die hards. Vandaag eentje over de wijze waarop landen op tripartiete wijze de financiële crisis hebben trachten aan te pakken. Met focus op drie kleine landen: Singapore, Barbados en – jawel – België. In het verlengde van een tripartiete studiemissie van de Internationale Arbeidsorganisatie over het tripartisme in Singapore.



Met Luc Cortebeeck in het panel voor België. Over de wijze waarop bij ons de zgn. automatische stabilisatoren hebben gewerkt: de index, de loongaranties, de sociale zekerheid, de progressieve belastingen ook. De beste maatregelen in tijden van crisis zijn de maatregelen die je niet meer moet nemen, die vanzelf van hun werk doen, zei Luc. Over het interprofessionele akkoord voor 2009-2010 en de doorwerking ervan in de meeste sectoren. Over de wijze waarop we via de tijdelijke werkloosheid en de nieuwe crisismaatregelen behoorlijk wat ontslagen hebben kunnen vermijden. Meer dan waar ook, stelde de OESO laatst. Maar ook over de discussies die nog lopende zijn. En de spanningsvelden daarbij.

Naast hem in het panel Swee Say Lim, secretaris-generaal van NTUC, de Singaporese vakbond. Wat een cultuurschok. Een vakbond die 15 minuten lang een promotiepraatje komt houden over het regeringsbeleid, dat kennelijk voor 100 % wordt gesteund door vakbond en werkgevers. Inclusief 3 à 5 % inlevering voor de werknemers, zij het met CEO’s die ook hebben ingeleverd, tot 20 %. Met bovenop een zware tussenkomst van de overheid in de loonkosten, ten belope van 1.7 % van het BBP. Ondersteund door een blitse powerpointpresentatie, tripartiet aangemaakt. Onder het motto: “Cut costs to save jobs” in plaats van “cut jobs to save costs”. Met nog wat peptalk er bovenop: “Cheaper – Better – Faster”. “Faster means more flexible”. Dat soort slogans horen we bij ons ook. Maar het doet vreemd aan dat uit de mond van een vakbond te horen. De vakbond als nationale personeelsdienst kortom. Dat noemen ze daar “The Uniquely Singapore Way”. Rare invulling van het tripartisme.

Terug van weggeweest

Van onze medewerkster ter plaatse, Katrien Verwimp, algemeen sectorverantwoordelijke voor het wegvervoer bij ACV Transcom

Het was sinds 2002 geleden dat ik nog deelnam aan de Internationale Arbeidsconferentie. Ik had er toen 5 jaar opzitten in de ACV-delegatie, waarvan 3 jaar als ondersteuning van Luc Cortebeeck in de Commissie van de Normen. Sindsdien was er altijd een kleine steek in het hart wanneer in juni Genève zich vulde met syndicalisten, werkgevers en regeringsvertegenwoordigers die aan de jaarlijkse IAO-Conferentie deelnemen. Dus toen Luc me vroeg of ik dit jaar nog eens zou willen meegaan om de “gevallen” van toepassing van de internationale arbeidsnormen mee voor te bereiden, heb ik niet lang getwijfeld.

Het is fijn om terug te zijn. De Commissie Normen is een ontzettend boeiend forum waarin je niet enkel een bonte variëteit aan deelnemers vindt, maar ook de tussenkomsten zijn zeer divers. Je hebt de regelnevers, die lessen (willen) geven in internationaal arbeidsrecht. Zoals tijdens de bespreking over inheemse volkeren in Peru waarin een aantal werkgevers een lezing gaven over het word “consultation”. Dan zijn er de driftkikkers, zoals de regeringsvertegenwoordiger van Georgië. Die werd rood van verontwaardiging omdat we de goede wil van zijn regering betwistten om een effectieve vrije sociale dialoog op te zetten.

Maar mijn favoriete categorie blijven de basissyndicalisten, de mannen en vrouwen die in de Commissie komen getuigen van extreme armoede die leidt tot kinderarbeid en slavernij, van arrestaties van college-syndicalisten, van discriminatie van vrouwen en religieuze minderheden op de arbeidsmarkt. Het is die groep die me motiveert wanneer ik om 23u nog een tussenkomst moet afwerken. Het is die groep waarvoor we ons als ACV zo inzetten voor dit IAO-werk. Mannen en vrouwen die van over heel de wereld komen om hier in Genève te proberen om de situatie van werknemers in hun land te verbeteren. Syndicalisten zoals ik. Ik zal nog vaak aan hen denken wanneer ik, terug in Belgie, samen met mijn militanten van vervoer en logistiek, zoek naar de beste manier om hun belangen te verdedigen. En ik prijs me gelukkig.



Het ACV-team in Genève: van links naar rechts: Katrien Verwimp, Andrée Debrulle, Josly Piette, Pia Stalpaert, Jeanne Devos, Chris Serroyen, Luc Cortebeeck, Gilbert De Swert, Véronique Rousseau, Herman Fonck

vrijdag 11 juni 2010

6 militanten op bezoek bij de IAO

Bekijk het videoverslag van dit bezoek

In het kader van het ACV-congres werden de afgelopen maanden drie wedstrijden uitgeschreven. Eén ervan wou initiatieven van militantenkernen die de solidariteit met werknemers uit andere landen versterken, in de schijnwerpers zetten. Mits stemming kregen uiteindelijk de militantengroep van CNE Banque de la Poste en de vrouwenwerking van ACV Geel, de meeste stemmen én sleepten zo de zeer begeerde ‘internationale’ prijs in de wacht. De winnaars mochten met drie vertegenwoordigers deelnemen aan een exclusief bezoek achter de schermen van de Internationale Arbeidsorganisatie (de IAO) in Genève. Dus vertrokken Viviane Schuer, Lutgarde Vervloet, Ann Hermans, Saïd Meziati, Jean-Jacques Merveille en Luc Van Houwenhove vrijdag vier juni met de vroegste vlucht richting Genève om enkele uurtjes de ACV-delegatie die daar al een week aan het werk was, te vervoegen. Het werd een bezoek dat heel wat indrukken zou nalaten.
Viviane Schuer van ACV Geel verwoordt het zo: “Het ganse IAO gebeuren was voor mij nieuw. Ik stond met open mond te staren. Ik wist echt niet dat er op internationaal vlak zo machtig en krachtig gewerkt werd aan de arbeidsomstandigheden.” Jean-Jacques Merveille, militant voor CNE bij de Bank van de Post: “Wat me ook zal bijblijven is de enorm diversiteit daar. Van overal ter wereld en vanuit alle culturen zijn er delegaties aanwezig. Interessant én broodnodig!”

De 6 militanten kregen toelichting van Luc Cortebeeck en de ACV-collega’s over hun werk tijdens de conferentie en de belangen voor werknemers wereldwijd. Die proberen zij drie weken lang met interventies en lobbywerk in de verschillende commissies te verdedigen. Tijdens het bezoek waren de militanten getuige van een bijzondere stemming over een voorstel tot regeling van huisarbeid (zie eerdere berichtgeving op de blog). Dat daar heel wat bij komt kijken, en dat het vooral een werk is van lange adem, beseffen de militanten. “Wat we ook bijblijft is de lange weg tussen droom en conventie. Het is een moeilijke weg om op internationaal vlak tot afspraken te komen. Werkgevers, werknemers en overheid zitten ook hier niet op dezelfde lijn. En éénmaal een conventie er is, is het nog niet gedaan. Overheden en werkgevers moeten nog overtuigd worden om de conventie te volgen.”

Maar dat zo’n intensief werk van het ACV in de IAO broodnodig is, daarvan zijn de deelnemers helemaal overtuigd. “Ik wist niet dat internationaal vakbondswerk zo dichtbij is. Het is niet een "ver-van-mijn-bed" show. Het is iets van ‘mensen samen’ over grenzen en culturen heen. Het is iets van de werknemer in België en de werkneemster in India. Het is een meerwaarde voor alle arbeidsters en arbeiders, van Afghanistan tot Zimbabwe.”

En dat dit soort werk niet alleen in Genève gedaan moet worden, maar een gedeelde verantwoordelijkheid van ons, van alle militanten samen is, vindt Viviane Schuer: “Het is me nu ook duidelijk hoe belangrijk een campagne zoals de Waardig Werk-campagne wel is. Dikwijls denken we: weer eens een campagne, we zetten onze handtekening en gaan verder. We vergeten welke internationaal draagvlak deze campagne heeft, welke uitstraling en kracht deze campagne moet hebben om voor het werk dat de werknemersvertegenwoordigers in de IAO een werkelijke steun te zijn. Want “waardig werk” is voor heel veel arbeiders en arbeidsters nog zover weg. “
Luc Van Houwenhove, LBC-militant bij Bank van de Post, besluit als volgt: “tot voor 3juni was ik, zoals vele militanten, nogal overtuigd dat we als vakbond eerst en vooral met de problemen in België moeten bezighouden. Ik blijf dit nog vinden en erger me soms aan de versnipperde aanpak van de internationale problematiek, zo eigen aan ons landje. Ons bezoek aan het IAO heeft me echter wel overtuigd van het nut van grensoverschrijdend vakbondswerk. Zoals Luc Cortebeeck zei : Goede arbeidsomstandigheden in derdewereldlanden is goed voor de mensen daar, maar ook voor ons : het vermindert de loon- en immigratiedruk in het Westen.”

Mary Subbaiah, een huisarbeidster in de commissie huisarbeid


Het recept van de mix tussen Wereldsolidariteit en ACV leidde ertoe dat Mary Subbaiah deelneemt aan de werkzaamheden in de IAO-commissie huisarbeid. Mary werkt in India deeltijds als huisarbeidster, en deeltijds als vrijgestelde voor de National Domestic Worker Movement van Jeanne Devos.

Ze doet haar verhaal: Ze werd geboren in Madurai, India, in 1957. Van toen ze amper 8 jaar was, werkt ze als huisarbeidster in Tenni een stad in Tamil Nadu. Dat doet ze nu al 46 jaar.

Haar moeder stierf toen ze vijf jaar oud was, haar vader stierf een jaar later. Ze kwam als wees terecht in een opvanghuis, waar het personeel haar soms deed werken in hun privéwoningen. Na 5 jaar stuurde de directeur van het tehuis haar naar zijn dochter in Bangalore, voor vakantie. Maar dat liep heel slecht. Ze had gehoopt eindelijk naar school te mogen gaan, maar dat mocht niet van haar nieuwe bazin. Die maakte haar duidelijk dat ze alleen maar naar Bangalore was gestuurd om te helpen in het huishouden. Niks studeren, niks vakantie: werken. Op een dag liep ze dan maar weg, de wijde wereld in, op zoek naar een beter bestaan. Om wat geld te verdienen om haar terugreis te betalen probeerde ze als huisarbeidster wat losse opdrachtjes te krijgen. Dat lukte, al werd ze soms niet betaald. Zo kreeg ze op de duur toch het geld bij elkaar om haar terugreis te betalen.

Terug bij wat haar restte van familie kon ze een tijd in het huis van een nonkel wonen. Tot haar familie voor haar een huwelijk arrangeerde met een zieke man die verzorging nodig had. Zo gebeurde het ook. Zestien jaar lang zorgde ze voor die man, haar man, en combineerde dat met huisarbeid bij andere families. Toen haar man stierf ging ze bij haar zus wonen.

"Na elke donkere nacht, is er weer zonneschijn dat licht brengt. Na elke storm wordt het weer rustig". Met dat gezegde illustreert ze haar levensloop. Voor haar trok de hemel wat open toen ze een animator van de National Domestic Workers Movement ontmoette. In 1998 begon ze zelf voor de National Domestic Workers Movement te werken en poogde een militantenkern in haar district op te zetten. "Dat werk voor de beweging gaf me de moed om respect te vraen voor huisarbeidsters" zegt ze, "de beweging gaf me zelfvertrouwen".

"Toen ik bij de NDWM beweging kwam waren er een 30tal leden in mijn district. Nu hebben we al meer dan 500 leden. In mijn staat, Tamil Nadu, is de NDWM nu al actief in 18 regio's, en hebben we meer dan 10 000 leden " zegt ze met een stralende glimlach.

Tot op heden combineert ze twee deeltijdse jobs: halftijds als vrijgestelde voor de NDWM, en deeltijds nog steeds als huisarbeidster. Voor haar werk als huisarbeidster heeft ze naar eigen zeggen een heel goede werkgever. Ze werkt 5 dagen per week en twee uur per dag in een familie. Daarvoor krijgt ze een loon van 900 roepie, omgerekend 18 euro per maand. Daarmee is ze veel beter af dan het gemiddelde loon dat 600 roepie zou zijn, of 12 euro per maand voor iemand met haar job.

Via de NDWM en Wereldsolidariteit kon ze meekomen naar Genève. Daar volgt ze vanuit de banken voor de NGO's de commissievergaderingen en de werknemersgroep. Alvast zij weet héél goed waarover ze het daar hebben in Genève ...

De kracht van mensen samen: een succesrecept voor de arbeidsconfentie

Geneve, van onze correspondent en keukenpiet ter plaatse, Bart Verstraeten, stafmedewerker Wereldsolidariteit
Ingredienten:1 stevige vakbondsvertegenwoordiging vanwege ACV-CSC;
1 stevige WSM en IKAJ delegatie met vertegenwoordigers van sociale bewegingen; Een goeie scheut openheid en begrip;

Bereiding:

Stap 1: in de grote kom van de IAO conferentie doe je alle delegaties van de 183 lidstaten. Let er goed op dat elke delegatie bestaat uit drie groepen, met vertegenwoordigers van de overheid, vakbonden en werkgeversorganisaties.

Stap 2: alles goed doorroeren en dan in de bakvorm van de commissies gieten, zodat we overal een drieledige vertegenwoordiging hebben. Let er goed op dat er overal mensen van de ACV-CSC delegatie inzitten.

Stap 3: omdat ACV-CSC ook erg goed smaakt met vertegenwoordigers van andere sociale, arbeidersbewegingen, voeg in alle bakvormen van de commissies ook nog een aantal mensen van de delegaties van WSM, de National Domestic Workers Movement en IKAJ bij.

Resultaat:
Een ideale mix van visies die ervoor zorgt dat alle discussies rekening houden met de realiteit in Zuid en Noord, met de belangen van mensen die al syndicale vertegenwoordiging hebben en met diegenen die dat (nog) niet hebben.

Eerder kon je al lezen op deze blog hoe de ruime delegatie van ACV-CSC, WSM en IKAJ de handen in elkaar sloegen om overheden te lobbyen in de Commissie Domestic Work om te stemmen voor een conventie en aanbeveling, met succes! In de volgende dagen geven we u nog wat andere voorbeelden van ons succesrecept en stellen we u de andere mensen voor die mee naar Genève reisden.

De AIDS-Commissie : we zijn er bijna

Gisteren zijn we in de AIDS commissie aardig opgeschoten. Een cruciaal punt in de discussie ging over de vraag of er al dan niet verplichte AIDS-testen mogen worden opgelegd aan werknemers of sollicitanten. Van werknemerskant uit zagen we dat absoluut niet zitten. Niet door werkgevers, en niet door overheden aan kandidaat –migranten.

Naast overduidelijke argumenten als het recht op privacy, waardigheid, medische deontologie, en bescherming tegen discriminatie hadden we ook een sterk technisch argument. Iemand die een negatief resultaat heeft op een HIV-test, kan een kwartier later wél al seropositief zijn. Vanuit preventiestandpunt heeft het dus weinig zin om bepaalde jobs en taken te reserveren voor wie een negatief HIV-testresultaat had. Het is veel verstandiger om vrijwillige testen aan te moedigen. Net zoals ook aan medisch personeel gevraagd wordt om op eigen initiatief niet meteen zichtbare infecties te melden als dat tot risico’s zou leiden bij patiënten of henzelf.

United Kingdom heeft echter een wetgeving met verplichte testen voor hun soldaten “om hen te beschermen op buitenlandse missies”. Nieuw Zeeland , en Mauritius nemen HIV- testen af van kandidaat migranten. Tsjechië vond dat werkgevers in sommige gevallen van hun werknemers horen te weten of ze seropositief zijn. En ook Irak was voorstander van verplichte testen.

De Franse woordvoerder voor de Europese Unie en IMEC nam het bedenkelijke initiatief voor een amendement om HIV-testen in sommige gevallen verplicht te maken. Daarin vurig gesteund door de Britse woordvoerder. Uitgerekend de werkgeversgroep liet weten dat ze géén voorstander waren van verplichte HIV testen. En ook Charlotte Demoulin, de jonge Belgische ambtenaar die aan haar tweede werkdag in de ILO toe was, nam het woord. En zei nadrukkelijk dat Belgische regering het niet eens was met deze EU-vraag. En dat in België niet enkel de overheid, maar ook werkgevers en werknemers het eens waren met een verbod op verplichte HIV-testen. Zo staat het in ons advies van de Nationale Arbeidsraad. Ze werd daarin bijgetreden door de Latijns Amerikaanse landen.

Toen vervolgens weer nieuwe subamendementen werden ingediend, om uitzonderingen toe te laten op het testverbod dienden de werknemers een ordemotie in om het debat te sluiten. We hadden immers al een meerderheid achter ons amendement, en wilden niet het risico lopen dat nieuwe subamendementen die meerderheid zouden openbreken. Meteen goed voor ruim een halfuur schorsing van de zitting, met juridisch overleg over de implicaties van het reglement. Vooraleer alle procedurestappen waren afgewerkt was het al drie kwartier later.

Maar de hamer van de voorzitter besloot rond halftien s avonds uiteindelijk definitief dit debat. De nieuwe IAO- aanbeveling verbiedt verplichte testen, laat enkel vrijwillige testen toe, en beschermt seropositieven tegen schendingen van hun privacy en mogelijke discriminatie. En vraagt de lidstaten bovendien om in effectieve klachten procedures te voorzien.

Daarmee hebben we daarover een beduidend sterkere tekst dan vorig jaar. Die buit is alvast binnen.

Een paar hoofdrolspelers in de regeringsgroep: helemaal rechts de Oegandees Otaala Otiam, woordvoerder voor de Engelstalige Afrikaanse landen. Otaala is Minister van Arbeid in Oeganda, en wordt door de voorzitster plechtig aangesproken als "your honorable doctor Otaala". His honourable besluit van zijn kant zijn tussenkomsten al even steevast met "Madame Chairperson, i beg you to move". Rechts van hem in de actergrond zit Charlotte Dumoulin, de Belgische regeringsvertegenwoordiger. Links van haar de Franse woordvoerder voor IMEC en EU, Marc Boisnel. En uiterst links de Spaanse voorzitster van de EU-groep, Dolores Solé Gomez.


De vergadering van de werknemersgroep van de AIDS Commissie

woensdag 9 juni 2010

Een persoonlijk berichtje van Jeanne Devos

"Nooit heb ik durven dromen dat ik nog ooit zou deelnemen aan een IAO-conferentie over waardig werk voor huisarbeiders… en dan nog in de delegatie van het ACV. Een droom die waar is en gerealiseerd…

25 jaar terug startte onze beweging met huisarbeiders achter gesloten deuren, huisarbeiders zonder naam, onbereikbaar, niet gezien, niet gehoord en in het pubiek en pers een onbelangrijke groep.De beweging groeide en kreeg een naam, huisarbeiders een identiteit en een gezicht.

Nu op wereldvlak een IAO-conferentie, mogelijks een conventie. Afrika, Latijns Amerika, Azië ervaren en spreken over dezelfde vormen van uitsluiting, uitbuiting, misbruik – en ook over HOOP op rechtvaardigheid en rechten van waardig werk voor huisarbeiders.

Voor mij een onvoorstelbare ervaring: van zero naar een ILO convention."

We hebben een lijst

Een moeilijk en gevoelige discussie.

In de commissie van de normen zijn we sinds zaterdag begonnen aan de bespreking van de gevallen. Zaterdag het klassieke zware geval van Myanmar (Birma), buiten categorie. En gisteren, maandag zijn we begonnen aan de vorige week overeengekomen “short list” van landen die op het matje worden geroepen omdat de naleving van bepaalde IAO-conventies er problematisch is.De samenstelling van deze lijst is elk jaar een bijzonder gevoelige discussie. Anders dan in overige UN-organisaties werkt de IAO op een strikt tripartiete basis. Vetorechten van bepaalde staten zoals in de Veiligheidsraad zijn onbestaande, anders dan in de Europese unie weegt de stem van elk land even zwaar. De Belgische stem weegt er even zwaar dan de Chinese stem. Werkgevers en werknemers samen hebben een meerderheid, als werkgevers en werknemers het eens zijn, heb je al een pak regeringen nodig om een andere beslissing te nemen.

In december het expertenrapport, in juni de commissie van de normen.

Alweer uniek is de manier waarop de IAO toeziet op de naleving van de normen. Elk jaar wordt de commissie voorzien van een rapport over de naleving van de normen, opgesteld door de experten van de ILO. Die onderzoeken klachten over het overtreden van geratificeerde conventies. Dat resulteert in een rapport waarin tot ongenoegen van nogal wat lidstaten man en paard worden genoemd. Een dik boek waarin land per land inbreuken op bepaalde normen worden opgesomd en uiteengezet. Landen die naar het oordeel van de experten zwaar over de schreef gaan krijgen in de overzichtslijst een zogeheten dubbele voetnoot. Dat waren alvast de eerste kandidaten om deze week voor de commissie te verschijnen.

Dat sanctiemechanisme wordt door heel wat landen sterk geschuwd. Ze kunnen zich weliswaar komen verdedigen en verantwoorden voor de commissie, maar hebben niet zo heel veel diplomatieke middelen om de besluitvorming over hun land te beïnvloeden door lobbywerk of coalities. Want zodra werkgevers en werknemers het eens zijn over een bepaalde conclusie, is dat een meerderheid. En een negatieve beoordeling krijgen van de IAO is voor heel wat landen een lelijke blaam, die nogal wat nationale en internationale persaandacht krijgt, en wat soms door democratische landen gehanteerd wordt in internationale handelsovereenkomsten.

Een agressieve werkgeversgoep

De commissie kan elk jaar een 25-tal landen op de lijst zetten. Dat is elke keer een moeilijke afweging bij de selectie: welk land willen we al of niet op de lijst. Sommige vakbonden willen hun land héél graag op de lijst, omdat ze de klacht terecht vinden. In andere landen zijn de vakbonden sterk verdeeld of ronduit tegen het oproepen van hun land. Dat was deze keer het geval voor Marokko rond kinderarbeid. En de vraag of Venezuela op de lijst moet geeft meestal aanleiding tot zeer gepassioneerde debatten tussen de Chavez-believers en de tegenstanders in de werknemersgroep. En na de discussies en afwegingen in de werknemersgroep moet er nog met de werkgevers worden onderhandeld over een gezamenlijke lijst. Want er moet een meerderheid zijn, en aan de regeringen heb je in dit geval absoluut geen houvast.

De werkgevers kwamen dit jaar vrij agressief uit de hoek. Met harde kritiek op het werk van de IAO-experten. Het voorstel van de werknemersgroep, met steun van IVV en EVV, om het Verenigd Koninkrijk wegens problemen met het stakingsrecht op de lijst te zetten kon voor hen absoluut niet. Ongeveer alles werd uit de kast gehaald: dreigementen van de Britse werkgevers om de Internationale Werkgeversorganisatie te verlaten, zware druk dus op de delegatieleider van de werkgevers Niet van aard om de gemoederen te bedaren langs werknemerskant. En Venezuela moest voor de werkgevers opnieuw op de lijst. En Columbia er weer afgehaald worden. En van een stemming kon al helemaal geen sprake zijn: de werkgevers lieten weten dat ze de zaal zouden verlaten zodat, door het absenteïsme van regeringen, het quorum niet zou worden gehaald.

Vrijdagavond kwam er dan toch na veel moeizame discussies een akkoord uit de bus met de werkgevers. United Kingdom bleef geschrapt, Venezuela bleef op de lijst (maar dat heeft ook de steun vanuit een Venezolaanse vakbond). Columbia werd geschrapt, maar krijgt opnieuw een tripartiete delegatie vanuit de Commissie van de Normen op bezoek die zelf een onderzoek zal instellen . Daarmee kan de Commissie aan de slag.Het lijstje van landen dat de revue zal passeren bestaat uit Burma/Myanmar; Burundi; Cambodje; Canada; Centraal Afrikaanse Republiek; Costa Rica; Tsjechië; Egypte, Georgië, Guatemala, India, Iran, , Mauretanie, Mexico, Marokko, Peru, Rusland, Soedan, Swaziland, Thailand, Turkije, Oekraine, Oezbekistan en Venezuela en Wit Rusland (Belarus). We komen er later in deze blog nog op terug.

dinsdag 8 juni 2010

De amendementenslag in de aidscommissie

In de commissie over AIDS en HIV is de amendementenslag nu al een paar dagen aan de gang. Het is nu de tweede en laatste keer dat de ontwerp tekst van de aanbeveling hier in Genève wordt besproken. Ook vorig jaar gingen we al met een dagenlange amendementenslag door de ontwerptekst. Die werd later in november weer rondgestuurd voor consultatie, en na die consultatie werd een aangepaste versie rondgestuurd als basistekst voor dit jaar.

Daarop werken we dit jaar in onze commissie. Veruit de belangrijkste punten voor ons gaan over het verbod voor werkgevers en overheden om werknemers, sollicitanten en migranten te onderwerpen aan verplichte AIDS testen. En net daarover dienen landen als Irak, maar ook enkele Europese landen gevaarlijke amendementen in om dat wél mogelijk te maken. België en ook Nederland verzetten zich in de regeringsgroep tegen dat soort amendementen. Desondanks staat dat debat ons morgen te wachten.

Onze Afrikaanse broeders hechten veel belang aan verplichtingen voor werkgevers om aan preventie mee te werken. En langs werknemerskant willen we graag een resolutie om de ILO te verplichten om de uitvoering van die resolutie door allerlei lidstaten praktisch te ondersteunen. En nauwkeurig op te volgen wat er mee gebeurt.

Want da’s hard nodig. Aan AIDS stierven alleen al in 2008 2 miljoen mensen, vooral in Afrika. In de Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara zijn grote delen van de bevolking seropositief: dat loopt op tot meer dan 30 % in Swaziland. Vooral vrouwen zijn daar de slachtoffers. En kinderen die besmet geraken, dikwijls van bij de geboorte.

Onze commissie is een bont allegaartje, maar met veel bekende gezichten van vorig jaar. Maar ook nogal wat collega’s die er nu voor het eerst bij zijn. En sommige met wel héél vreemde argumenten en voorstellen. We komen dan ook uit alle mogelijke werelddelen.


Onze werknemersgroep bij het einde van een maratonzitting. Mijn vaste stek is tussen een Keniaanse en Nederlandse collega. Maar we hebben ook Britse, Egyptische, Russische, Amerikaanse, Kameroense, Senegalese, Zuidafrikaanse, Braziliaanse, Japanse, Chinese, Indische, Franse, Noorse, Zweedse, Ierse, Poolse, Swazilandse, Spaanse, Australische, Oostenrijkse en nog veel andere collega's in de groep

Het zijn lange dagen waarbij we eerst in de werknemersgroep over eigen amendementen discussiëren. En nadien samen een houding afspreken over alle amendementen van de werkgevers of van regeringen.

Tussendoor gaat het dan weer naar de plenaire zaal om alvast de eerste stukken met regeringen en werkgevers te bespreken en te beslissen. Net als vorig jaar werd ons gevraagd om ten behoeve van onze woordvoerder de argumenten bij elk amendement, en dat zijn er alweer een honderdtal op een papiertje te zetten. Zodat hij vlak voor een tussenkomst goed gestoffeerd is van argumenten. En tijdens het debat voortdurend wordt voorzien van argumenten, tussenvoorstellen, en mogelijke subamendementen om het laken weer naar onze kant te halen. We kriebelen dus voortdurend kleine papiertjes vol. Met argumenten en voorstellen in blokletters. En droppen dat bij Zuzanna, de Poolse ITUC collega die onze voorzitter bijstaat. En dat gedoseerd en op het gepaste moment doorgeeft. En soms komt vragen om snel over een of ander ding wat argumenten te verzinnen. Het vergt nogal wat concentratie. En ook nogal wat frustratie als het al eens misloopt.

Vandaag ben ik samen met een Ierse collega door de groep ook aangeduid als rapporteur voor het redactiecomité. Op zaterdag moeten we in dat beperkt comité de eindtekst vastleggen. Dat is een dag langer dan voorzien. Maar voor alle zekerheid had ik vooraf al volmacht gegeven aan mijn zoon om voor mij te gaan stemmen. Zodat mijn stem zeker niet verloren gaat. Uit wat we horen over opiniepeilingen zal dat blijkbaar nodig zijn. En aan plaagstoten over misbegrepen stemadviezen ontbreekt het hier niet.


Eergisteren kwam de grote IAO-baas Juan Somavia zelf naar onze commissie. Volgde een uur de amendementenslag, en poogde ons te overtuigen hoe belangrijk hij die aanbeveling wel vond voor de IAO.

zondag 6 juni 2010

Bericht uit de commissie huisarbeid.


Genève, van onze correspondent ter plaatse, Bart Verstraeten, Wereldsolidariteit.


Vrijdag 5 juni 2010. De voltallige commissie “domestic work” buigt zich voor de eerste keer over de conclusies die de IAO heeft opgesteld op basis van de twee rapporten die ze eerder had opgemaakt over huishoudelijk werk in de wereld. Het eerste rapport gaf al een overzicht van de stand van zaken rond huishoudelijk werk wereldwijd. Het tweede rapport gaf een overzicht van waar de lidstaten en hun sociale partners naar toe willen.

Uit dat rapport bleek al snel dat een meerderheid van landen wel degelijk een conventie, aangevuld met een aanbeveling wil. Zo stond het dan ook geformuleerd in de conclusies, helemaal in het begin.

Aangezien zowel overheden als werkgevers en werknemers amendementen mogen indienen op die conclusies, werd het afwachten wie dat simpele zinnetje zou willen veranderen. Kort voor 13h00 bekende India kleur. Ze wil geen conventie aangevuld met een aanbeveling; een aanbeveling volstaat! India kreeg daarin meteen de steun van de werkgeversgroep. De werknemersgroep gaf resoluut te kennen dit amendement niet te steunen.

Op zo een moment moet men op zoek gaan naar wat andere overheden denken. Velen hadden zich de twee dagen ervoor al gezegd dat ze wilden gaan voor die conventie en aanbeveling. Goed voor de vele aanwezige vertegenwoordigers van vakbonden, sociale bewegingen en NGO’s. Maar nu kwam het uur van de waarheid, het moment waarop ze zich heel duidelijk zullen moeten uitspreken ofwel voor ofwel tegen het ene of andere voorstel.

Het werd 13h en dus tijd voor de lunchpauze. Ideaal om meteen een aantal overheidsdelegaties aan te spreken en hen aan te moedigen om tijdens de namiddagsessie hun eerdere beloftes hard te maken en het amendement van India niet te steunen. Brazilië, zonder twijfel de meest uitgesproken voorstander van een conventie en aanbeveling, stelde ons meteen gerust. De Verenigde Staten, een andere kolos in de Amerikas, had ook al tijdens haar openingsspeech duidelijk gemaakt dat er een nieuwe wind waait in Washington: de VS zijn een totale supporter van een degelijke conventie en aanbeveling, waarin zelfs maatregelen mogen opgenomen worden voor mensen zonder papieren en kinderen. Stel je voor! Dus ook bij de VS delegatie goed en geruststellend nieuws: “we will support the convention and the recommandation”. Snel nog gezocht naar Zuid Afrika, dat de coordinatie voor de Afrikaanse landen verzorgde. Ook daar hetzelfde nieuws. Bij Bangladesh vangen we echter bot: geen zin in een conventie. Op de vraag of het niet belangrijk was om miljoenen vrouwen en kinderen degelijke rechtsberscherming te geven, of ze dat niet verdienden: een kort knikje met het hoofd. Niet dus.

Tijdens het eten snel overleg met de voltallige delegatie en de taken verdelen. Thiru en Br. Varghese gaan op zoek naar Sri Lanka, Filippijnen en Indonesie. Bart gaat met Pia en Jeanne op zoek naar de EU. Aangekomen aan de zaal waar de EU haar coordinatievergaderingen houdt, geeft iemand van de Europese Commissie ons de kans om het hoofd van de EU coordinatie te ontmoeten. We maken hem meteen duidelijk wat we willen. Hij bedankte vriendelijk voor de boodschap en zei dat er een consensus bestaat binnen de EU groep om de conventie te steunen. En stilletjes voegde hij eraan toe: consensus betekent niet unanimiteit, er zijn wel degelijk een aantal landen gekant tegen de conventie.

Lunchpauze over, iedereen terug verzamelen geblazen in de vergaderzaal van de commissie. De voorzitster richt zich tot de overheden en vraagt hen of ze het amendement van India kunnen steunen. De meeste landen in Latijns-Amerika, de groep van Afrikaanse landen, de VS spreken duidelijke taal: we steunen het voorstel niet. Bangladesh en de landen van de Gulf Cooperation Council (landen uit het Midden Oosten) steunen het voorstel dan weer wel.

Volgens de werkgevers redenen genoeg om een stemming af te dwingen. Stemmingen nemen niet dikwijls plaats op de arbeidsconferentie, het is de normale gang van zaken om met een consensus tot een goed resultaat te komen. Eigenlijk had de voorzitster het initiatief moeten nemen om met de respectieve groepen tot een consensus te komen, omdat er zich toch een duidelijke meerderheid aftekende die gekant was tegen het voorstel van India.

Maar dat initiatief werd niet genomen en dus kwam het tot een stemming. Sommige landen vroegen wel nog om een kort uitstel van 15 minuten zodat iedereen zich degelijk kan voorbereiden op de stemming. Een goed voorstel, want niet iedereen had duidelijk door waarover er precies moest gestemd worden. Dus van die tijd opnieuw dankbaar gebruik gemaakt om verschillende overheden duidelijk te maken dat de stelling die ter stemming voorlag de volgende was:

“De nieuwe international arbeidsnorm zou de vorm van een aanbeveling moeten aannemen”.

Gevolg: wie een conventie wil, moest dit voorstel wegstemmen. En dat was niet voor iedereen even duidelijk, dus die extra tijd kwam ons goed uit. Bij een aantal overheden was nog niet duidelijk wat ze eigenlijk het liefst wilden: Tsjaad, Senegal en de Maldiven. China wou aanvankelijk ook enkel een aanbeveling maar tijdens ons korte gesprek werd het duidelijk dat er een kentering was, dat maakte de Chinese vakbondsvertegenwoordiger me duidelijk met zijn bemoedigende knipoog. Binnen de EU moest nu ook iedereen kleur bekennen en zo werd duidelijk dat de dwarsliggers eigenlijk Nederland en het Verenigd Koninkrijk waren. Dus sprak Pia haar Nederlandse collega’s aan om met hun overheidsvertegenwoordiger te gaan praten. En zelf sprak ze nog kort met onze Belgische vertegenwoordiger. Thiru slaagde er nog in om Sri Lanka en de Filippijnen te spreken. Samen met Carmen en Marcos gaven we nog stemadvies aan Chili, Mexico enVenezuela.

En dan de stemronde: de spanning stijgt. Elk land wordt individueel opgeroepen. Balans: een meerderheid spreekt zich uit tegen het voorstel. Da’s al een groep gewonnen. Dan de werkgevers: iedereen voor het voorstel. Te verwachten. En dan de werknemers: iedereen tegen. Te verwachten. Het wordt dan nog even wachten op het finale resultaat. En jawel, de voorstanders van de conventie winnen het pleit – het voorstel is officieel weggestemd. Een golf van vreugde rolt door de zaal, opluchting op de banken van de werknemers, sociale bewegingen en NGO’s en bij heel wat landen. De zitting wordt gesloten, en wij...tja, wij waren dolgelukkig. De eerste slag is binnen!


Het is in de zaal niet toegelaten om te applaudiseren. Meteen nadat de uitslag van de stemming werd meegedeeld is er luid applaus op de werknemersbanken en bij de regeringen. Ook de twee Belgen op de eerste rij kunnen het niet laten.

Hoera voor het duurzaam ondernemen (X 3)


De eerste werkweek van de Commissie Werkgelegenheid zit er op. Dat was over en weer “shuttlen” van het Paleis van de Verenigde Naties, naar het Internationaal Arbeidsbureau, waar de Commissie voor de Toepassing van de Normen vergadert. Want daar moesten conclusies worden getrokken uit een expertenrapport over de toepassing van de werkgelegenheidsnormen van de IAO in de Lidstaten. Met centraal daarbij de Conventie nr. 122 over de werkgelegenheid.

Die conclusies moesten dan gisteren, vrijdag, worden ingebracht in de Commissie Werkgelegenheid. Dat moet je letterlijk nemen. De voorzitter en de twee woordvoerders van de sociale partners (Luc Cortebeeck voor de werknemers) stapten gisteravond in de Commissie Werkgelegenheid af met hun conclusies. Veel hadden ze gemeenschappelijk niet te vertellen. Met de werkgevers was in de Commissie Normen niet veel verder geraakt dan een oproep aan de achterblijvende Lidstaten om de Conventie 122 te ratificeren en effectief toe te passen. En – al voorzichtiger – de vraag om ratificatie en toepassing van Conventie 142 over opleiding en de Conventie 181 over de private werkgelegenheidsbureaus in overweging te nemen. Ratificatie van de oude Conventie 88 over de publieke werkgelegenheidsdienst mocht er zelfs niet bij. Want die vinden de werkgevers gedateerd, wellicht onder druk van de private werkgelegenheidsbureaus.

Met zo weinig gemeenschappelijks kwam het gewicht dan ook te liggen op de aanvullende verklaringen van Ed Potter voor de werkgevers en Luc Cortebeeck voor de werknemers. Waarom normen ?, stelde Luc. Omdat het over rechten gaat. In deze het recht op arbeid. Zonder normen geen rechten. Bedrijfsethiek mag. Moet zelfs. Maar kan de normen niet vervangen. Geen recht op arbeid dus zonder normen voor het werkgelegenheidsbeleid en voor het concrete handelen van de werkgevers. Dat viel kennelijk behoorlijk in de smaak op de werknemersbank van de Commissie Werkgelegenheid. Althans te horen aan het spontane applaus van die kant. Aan de overzijde gegrom op de werkgeversbank. Die gooien het belang van de werkgelegenheidsnormen wel niet weg. Maar zien de werkgelegenheid toch vooral komen van duurzaam ondernemen.

Dat werd hier vandaag, zaterdag, in het slotdebat van de eerste week, mooi samengevat. Sharon Burrow, woordvoerster van de werknemers in de Commissie Werkgelegenheid (en daarbuiten zowel voorzitter van ACTU, de Australische vakbond, als van het IVV, de wereldvakbond) herinnerde nog eens aan de enorme uitdaging om de komende jaren wereldwijd 300 miljoen jobs te creëren. No problem, stelde de madam van de werkgevers. Dat vergt maar drie zaken: “sustainable enteprises, sustainable entreprises, sustainable entreprises”.

Werkgelegenheidsnormen mogen, als ze maar niet de investeringen en de productiviteitsverhoging belemmeren. Bijzonder teleurstellend na een week waarin Sharon Burrow – in opperbeste vorm – het onderste uit de kast had gehaald om de werkgevers toch een beetje mee te krijgen in de richting van de werknemers. Dat is vooral richting een nieuwe aanbeveling van de IAO, om te pleiten voor meer samenhang tussen het economisch-financiële beleid en het werkgelegenheidsbeleid. Die samenhang is in het begin van het financiële crisis aardig gelukt. Wereldwijd wilde men niet de fouten van de Grote Depressie van de jaren ’30 herhalen. Met al bij al zware inspanningen om het verder wegzakken van groei en werkgelegenheid te voorkomen. Anderhalf jaar later lijkt dat allemaal vergeten, nu de landen zich overhaast in een budgettaire sanering storten. Vooralsnog geven de werkgevers niet thuis. Niks van een nieuwe aanbeveling. Al IAO-instrumenten bij de vleet. Inmiddels krijgt die nieuwe aanbeveling voor meer coherentie wel steun van een aantal Europese landen. Te zien hoe dat zich verder ontwikkelt. Na het weekend.

Maandagochtend start het redactiecomité om de ontwerpconclusies voor te bereiden. Zoals alles hier op de IAO in tripartiete samenstelling. Met slechts vijf vertegenwoordigers op elke bank. En met ook hier een zitje voor het ACV. U hoort er dus nog van, uit de eerste hand.