Wereldcongres Internationaal Vakverbond - Vancouver - 21 tot 25 juni

Het 2de wereldcongres van het Internationaal Vakverbond (IVV) draait rond de wereldcrisis en de sociale oplossingen voor deze crisis.


Het ACV stuurt een sterke delegatie naar dit congres. De delegatie wordt geleid door Luc Cortebeeck die ondervoorzitter van het IVV is.



vrijdag 20 februari 2009

Hartchirurg in de politiek

Als laatste in de rij contacten ontmoette de delegatie de vice-president van Guatemala, Rafael Espada, een hartchirurg die op een bepaald moment gebeten werd door de politieke microbe en naar eigen zeggen vond dat hij iets moest doen voor zijn land. "Er is hier ontzettend veel armoede. 70% van de inwoners zijn indigenas die als mensen eigenlijk niet geteld worden. We zitten met een gecorrumpeerde justitie, politie en administratie. De opleidingen zijn ontoereikend; zeker voor meisjes die zelfs geen recht hebben op opleiding. De gezondheidszorg is slecht. Er is een hoge kindersterfte. Te veel moeders sterven in het kraambed ... Als dokter vond ik dat ik daarin meer verantwoordelijkheid moest nemen." Hij wordt gezien als de drijvende kracht achter president Alvaro Colon, op dit moment in het buitenland. Maar zal deze regering de kracht en voldoende steun hebben om het land uit die desastreuze toestand te halen?

De vice-president neemt alvast geen blad voor de mond: "Financiëel doen we het eigenlijk niet slecht; maar dan wel schandelijk genoeg voor slechts voor 10% van de bevolking. We hebben een goede SZ; voor een bovenlaag, hoogstens 17% van de bevolking. Het probleem is dat de echte toplaag geen belastingen wil betalen. We zitten nu aan 12% inkomstenbelasting en ook de ondernemingsbelasting betekent niet veel. Daarmee kan je geen sociaal systeem uitbouwen. En voor een stuk heeft het banditisme dat zo welig tiert met die ongelijkheid te maken."

Hij vertelt ook dat in de vredesakkoorden van 1976 - na de burgeroorlog - enkele slimmeriken bewust leger en politie quasi tot nul herleid hebben. De argumentatie was dat het land zeker geen politiestaat mocht worden. En dat klonk toen heel mooi. Alleen is achteraf gebleken dat dit was ingegeven door de misdadigers van de narcotrafiek. Zij hebben op die manier een uitstekend vervoersysteem kunnen uitbouwen voor hun producten.

Volgens Rafael Espada moeten er vier zaken gebeuren. "Ten eerste moet de solidariteit uitgebouwd worden. Dat betekent werken aan gezondheidszorg en onderwijs, werken aan huisvesting en zelfs geld geven aan de extreem armen. Ten tweede moet het land regeerbaar gemaakt worden, de corruptie moet verdwijnen. In alle instellingen - bv. politie en justitie - moet een grote schoonmaak gehouden worden. Derde actiepunt is de veiligheid. Om die te verbeteren moeten we ingaan tegen het geweld dat te maken heeft met de narcotrafiek, tegen het geweld ten aanzien van vrouwen, tegen het geweld ten aanzien van vakbondsleiders... Ten vierde moet de productiviteit verhoogd worden, bv. in het toerisme, in de landbouw, in de mijnbouw. En dat kan." Voor de vice-president passen ook de vakbonden in dit plaatje. Vakbondsmensen moeten voor hem in de eerste plaats veilig zijn zodat een fatsoenlijke sociale dialoog op gang kan komen.
Hij herhaalt nog eens dat opleiding en vorming nodig zijn. "Het niveau is nu op alle terreinen te laag, vooral aan de top", aldus de vice-president, "maar ik geloof wel dat onze politiek kans maakt, maar dan moet men ons toch wat meer tijd geven dan vier jaar ... ."

Hij belooft dat de president en de regering het rapport van de "Hoge Missie van de IAO" ernstig zullen nemen. Wij sloten af met de verwachting dat op de IAO-conferentie van juni dit jaar een concreet plan moet gepresenteerd worden.

De enige verantwoordelijke voor een moord is de vermoorde

In 2004 richtte de vorige president van Guatemala de Commissie voor de coördinatie van de Human Rights op. Hij werd daartoe min of meer gedwongen door de VN en een aantal ambassades die hem er op wezen dat zijn land wel erg slecht aangeschreven stond op het vlak van mensenrechten en dat het tijd was om daar iets aan te doen. Op die manier krijg je hier dus her en der Commissies die zich met een of ander gaan bezighouden.

Toch was het hier tot hiertoe blijkbaar onmogelijk om over bedreigingen, aanslagen en moorden concrete informatie te verzamelen. Daar is men nu voor het eerst in geslaagd. Er is documentatie bijeen gebracht geval per geval, moord per moord, persoon per persoon. Dat is een begin. Maar uiteindelijk zijn velen - en zeker diegenen die het voor het zeggen hebben - hier van oordeel dat er voor een moord slechts één persoon verantwoordelijk is: de vermoorde. Die stond op het verkeerde moment op de verkeerde plaats. Die was vast met iets verkeerds bezig. Dat is hier de basismentaliteit. En die redenering maakt zeker opgeld voor al wie met vakbondswerk bezig is.



Een van de moeilijkheden bij het onderzoeken van al wat gebeurt, is dat men het vooral van getuigen moet hebben. Maar getuigen worden hier te weinig beschermd, zowel tijdens zo'n proces als daarna. Een ander punt is dat getuigen ook gemakkelijk te beïnvloeden zijn. Dus de manier waarop men met getuigen omgaat is echt een kernpunt als men ooit tot een oplossing wil komen. Een andere grote hindernis is dat veel van de mensen die die onderzoeken moeten doen, bv. bij de politie, zeer sterk gelieerd zijn met de ondernemingswereld en ook met de criminele wereld. Het is gewoon niet geloofwaardig dat men voor de 20 syndicale moorden die hier de voorbije 2 jaren gebeurden, geen enkel spoor heeft, geen enkele aanwijzing, geen enkele dader. Men heeft gewoon niets. Dat is niet normaal en niet verklaarbaar als je een normaal werkend juridisch systeem hebt. Duidelijk is dat in deze instelling wel informatie beschikbaar is en dat werd ons bewezen, deze wordt echter niet opgenomen in het rechtssysteem. Merkwaardig toch?

In de discussies over de verdere aanpak heeft de IAO-vertegenwoordiging gevraagd dat een plan wordt opgemaakt dat aan de IAO-conferentie van juni kan worden voorgelegd.

donderdag 19 februari 2009

Werkgevers:"Straffeloosheid is slecht voor economie"

Ook aan werkgeverskant gaan in Guatemala stemmen op tegen de straffeloosheid, dat leerden we uit een ontmoeting met vertegenwoordigers van CACIF, het Guatemalteekse VBO, en de Camara de Industria, het equivalent van onze Kamers van Koophandel.
De werkgevers gaven vlot toe dat er in hun land dingen gebeuren die niet door de beugel kunnen en dat een aantal werkgevers zich niet gedragen zoals het hoort, maar die straffeloosheid, die willen zij naar eigen zeggen ook tegengaan. Niet in het minst omdat het fenomeen handenvol geld kost aan de ondernemers. Alleen al voor de beveiliging worden maandelijks heel aardige budgetten uitgetrokken. Het politie-apparaat moet voor hen zeker beter worden en vooral ook betrouwbaarder.

En dan is er het sociaal overleg. Tja, dat werkt niet in Guatemala, daar waren de werkgevers het over eens. Er bestaat inderdaad een tripartiete Commissie, maar die functioneert ook volgens hen niet goed. Voor men tot echt overleg komt, is er zeker nog een lange weg te gaan. Voorlopig trekt men voor alles naar de rechtbank, terwijl een aantal overlegmateries daar helemaal niet thuishoren. Een versterking van de tripartiete Commissie zou een stapje kunnen zijn naar serieus overleg, maar daar is volgens de werkgevers dan zeker ondersteuning van de IAO voor nodig, vooral inzake vorming en opleiding, volgens hen vooral van de werknemersafgevaardigden. Dat is natuurlijk een klassiek verhaal.

Ik kon het niet laten op te merken dat zij als werkgevers toch vaak tegen de vakbonden reageren. Dat is niet in de eerste plaats een kwestie van vorming van werknemers. Als je geen vakbond wil, hoe kan je dan een sociaal overleg opbouwen? Ze antwoordden daarop dat een aantal vakbonden in Guatemala inderdaad geen goede naam hebben, maar dat ze daarover eigenlijk niet willen blijven zeuren. Een van hen verwoordde het als volgt: "We moeten zorgen dat er een serieus overleg komt. Zeggen dat er beter geen vakbonden zouden zijn, zal ons daarin niet vooruit helpen." Volgens wat ik elders hoorde is het probleem dat de werkgeversorganisatie te weinig gezag heeft over een aantal bedrijfsleiders die geen ontzag hebben voor de koepelorganisatie en geen sociale of ethische norm erkennen. Zo zijn de beruchtste maquilas in handen van Koreanen die hun eigen boontjes doppen met alle gevolgen vandien.

Comision contra la Impunidad en Guatemala

De voorzitter van de commissie arbeid van het Parlement bevestigde tijdens ons contact gisteren wat de delegatieleden zelf ook al geconstateerd hadden: dit land wordt geleid door een aantal machtige families die de vakbonden niet graag zien. Die machtige families zitten in het bedrijfsleven, in het gerechtelijk apparaat en ook in het Parlement. Gevolg is dat er inzake arbeid niet al te veel regelgeving is en wat wel bestaat wordt vaak niet toegepast.
Veel heeft ook te maken met het feit dat Guatemala gelegen is tussen Colombia en Mexico, letterlijk in de 'doorvoergeul' voor drugs naar de Verenigde Staten. Veel van het banditisme dat hier hoogtij viert, heeft te maken met die narcotrafiek. En bij de politie is een behoorlijk deel van het personeel ook betrokken bij dat parallelle circuit. Bij hen kan je dus alvast niet terecht voor de toepassing van de wetgeving.



Wie daar wel iets aan probeert te doen is de Comision Internacional contra la Impunidad en Guatemala (CICIG), de Internationale Commissie tegen de Straffeloosheid in Guatemala, een commissie van de Verenigde Naties wiens mandaat in september van dit jaar afloopt. Zij proberen de straffeloosheid echt tegen te gaan. Ze spitten oude zaken op. Om die tot op het bot uit te pluizen heb je getuigen nodig. Die getuigen behoeven bescherming en ook daar zorgt deze Commissie voor. Na dit voorbereidende werk, geeft ze de zaak door aan het gerecht; want de Commissie is geen rechtbank.
De Commissie is ook heel duidelijk in haar analyse: criminele groepen zijn geïnfiltreerd in de politiek en in het gerechtelijk systeem. Om daar tegen in te gaan, heb je wel straffe middelen nodig. Ook hier wordt de narcotrafiek aangewezen als oorzaak van veel dingen die met straffeloosheid te maken hebben.
Een vergelijking met de toestand in Colombia is volgens de leden van de Commissie erg moeilijk te maken omdat het niveau van onderwijs en wetgeving daar veel hoger niveau zijn dan in Guatemala. Problematisch vonden zij toch ook dat men hier bij elke verkiezing van het Congres op tal van terreinen weer van nul af aan moet beginnen.

Deze Commissie heeft echt al een aantal zaken gerealiseerd, maar ze hebben meer tijd nodig, een nieuw mandaat en dus sponsoring, want dit soort Commissies van de VN worden gesponsord door andere landen.

woensdag 18 februari 2009

Speciale eenheid staat nog niet op punt

Dinsdagnamiddag hadden we een contact bij een speciale eenheid die is opgericht bij het openbaar ministerie om de problemen van moorden, klachten en bedreigingen van syndicalisten en journalisten te onderzoeken. Die eenheid wordt begeleid door een interinstitutionele 'high level commission' waar o.a. mensen van economische zaken, van de politie, van het ministerie van arbeid en ook de vakbonden inzitten. Die commissie vergadert om de twee weken.
De eenheid kan - ondermeer met speciale wagens en onder politie-escorte - snel ter plaatse gaan als er zich een geval voordoet.

Het feit dat er zo'n speciale eenheid gecreëerd is, is natuurlijk een stap vooruit. Over het concrete werk wilde men daar niet veel kwijt. Er is gesproken over enkele moorden, maar men lost daar niet veel over. Ze werken vooral met klachten die ze binnenkrijgen. In 2008 kregen ze er zo 43 waar ze dan al dan niet op ingaan. Op anonieme klachten gaan ze bv. niet in. In totaal werken ze met een 10-tal mensen. Ze moeten dag en nacht, ook in het weekend, beschikbaar zijn.

Ons aanvoelen was dat er in die eenheid goede juristen zitten, maar dat die mensen wellicht minder de specifieke problematiek kennen. Dat is nochtans belangrijk. Op het moment dat er bv. een moord gebeurd is, moet er bepaald worden of dit inderdaad een moord is en wat de aard daarvan is. Het kan evengoed dat de politie ter plaatse zegt: "Het syndicale is hier niet prominent aanwezig, dit is een zaak van algemene criminaliteit." Dat is heel gemakkelijk gezegd en dan moet de speciale entiteit zelfs niet meer optreden. Dus het systeem staat nog niet goed op poten, hoe het in de praktijk moet werken is nog niet helemaal uitgeklaard.

Bij de meeste bezoeken die we in het kader van deze missie al gedaan hebben, valt toch het grote verschil op met de missie in Colombia, toch ook een 'zwaar geval'. Maar tijdens de missie daar hadden we toch de indruk dat men zich bewust was van de specificiteit van het probleem. Overal was men goed voorbereid op ons bezoek. Men kwam met documenten en bewijsstukken, met grafieken en vooruitgangsgrafieken, met slides om het ene of het andere aan te tonen. Hier worden wij ontvangen met de attitude van: stel uw vraag maar. Maar men is niet voorbereid. Het is onduidelijk of dit onkunde of onwil is. Onder de leden van de missie wordt er in elk geval duchtig gediscussieerd over de manier waarop hier best ondersteuning kan geboden worden.

Een vreemd gesprek

Dinsdag waren we 's ochtends te gast bij het hooggerechtshof. In de inleiding stelde ik nog eens scherp op de problemen van de mensen. De voorzitter van het hooggerechtshof heeft daarover vervolgens een aantal dingen gezegd, maar het ging eerder om een beleefdheidsantwoord. Hij bedankte de IAO bv. voor de vorming van de arbeidsrechters. Hij zegde ook dat er bij elke nieuwe regering heel veel nieuwe rechters komen, er zijn heel veel wissels en dat schept telkens wat problemen. Ook belangrijk vond hij te vermelden dat nog niet zo lang geleden beslist is acht nieuwe arbeidsgerechten op te richten en dat er een aantal elementen uit de wetgeving gewijzigd worden of gewijzigd zouden moeten worden. Nu, zij kunnen natuurlijk enkel voorstellen doen, het is het parlement dat uiteindelijk zijn verantwoordelijkheid moet nemen.

Verder werd dit een nogal raar gesprek. Een van de aanwezige rechters zegde op een bepaald moment:"Hier is geen arbeidscultuur. Wat u gezegd hebt, is niet voor ons. U hebt niets nieuws gezegd." Wat overigens niet de bedoeling was, ik hoopte dat ze de situatie al een beetje kenden. "Vakbonden", zo vond die rechter, "overdrijven altijd. De bedoeling van een aantal vakbonden is hun bedrijven kapot te maken. De staat is ook niet efficiënt. Je kan nog geen mensen ontslaan. De arbeidswetgeving is niet goed aangepast. We hebben nauwelijks cao's, we hebben geen cultuur van sociaal overleg. En stakingen zijn er soms wel, maar meestal zijn dat niet eens legale stakingen." Vervolgens kreeg de man een telefoontje, hij ging naar buiten en we hebben hem niet meer weergezien.

Dit is gemakkelijk te plaatsen. De mensen die hier in de rechtsspraak zitten, zijn vaak verbonden met de mensen in de bedrijfswereld. Maar je voelt toch wel een grote vijandigheid t.a.v. het bestaan en de rol van vakbonden. Natuurlijk zijn ze niet allemaal zo onbehouwen. De voorzitter en de andere rechters waren heel voorkomend, maar je voelt dat er niet echt de wil is om dit als een prioritair punt te behandelen. Die vakbondszaken, dat is niet hun punt. Er is zovéél geweld dat dit niet afzonderlijk hoeft behandeld te worden. Dat is althans het aanvoelen dat ik regelmatig heb. Tegenover ons willen ze wel beleefd bevestigen dat dat wel belangrijk is, maar of dat echt gemeend is, is iets anders.

dinsdag 17 februari 2009

En dan nu: de officiële missie

Gisteren, maandag, begon de officiële IAO-missie. De start werd gegeven door de minister van arbeid. Daar valt niet veel over te vertellen. De minister heeft vooral zijn beleid toegelicht en uitgelegd wat er de laatste jaren gebeurd is, dingen die vroeger niet gebeurden. Wij spreken wat hij zegt zeker niet tegen, maar wat hij vertelde was geen antwoord op de vragen die we voor hem hadden.

De bijzondere procureur voor de rechten van de mens

Interessanter werd het daarna.
Omwille van de druk die er gekomen is van vakbonden en andere organisaties heeft men hier in Guatemala een procurado de derechos humanos geïnstalleerd, een procureur die bevoegd is voor alles wat met mensenrechten te maken heeft. Nu, hij heet procureur, maar in de praktijk is hij een ombudsman. Met hem hadden we een ontmoeting.
Opvallend was dat de analyse van deze man, Sergio Fernando, dezelfde is als die wij gemaakt hebben op basis van de contacten die we in de loop van de vorige dagen hadden.
Hij heeft slechts vijf personen ter beschikking om een massa dingen te onderzoeken. Hij heeft zomaar eventjes 327 klachten i.v.m. fouten en misdrijven die gebeurd zijn ten aanzien van arbeid en daar zijn heel ernstige dingen bij. Het gaat niet om een rechtbank, hij is ook geen echte procureur, maar met de mogelijkheden en middelen die hij heeft, tracht hij in te werken op heel het systeem. Soms lukt dat, soms niet. Maar hij is in elk geval absoluut duidelijk in de pijnpunten die hij aangeeft en hij is zeer kritisch over wat er gebeurt. Over de arbeidsrechtbanken zegt hij bijvoorbeeld onomwonden dat die hun werk helemaal niet goed doen. Hij geeft ook aan dat er in elk geval nog veel moet gebeuren opdat er structureel wijzigingen komen in het rechtssysteem. Maar de weg is lang. Er zijn bijvoorbeeld 1600 gevallen van straatconflicten die bij hem aangegeven worden. Vaak zijn dat gevallen waarbij het gaat om geweld op een syndicalist of een ngo-er. Maar het eerste wat het parket zegt is: “Maar dat is straatgeweld. Dat heeft hier niets te maken met het aanpakken van een of andere ngo-er of vakbondsman of -vrouw.”

De delegatie heeft de openheid van Sergio Fernando bijzonder sterk geapprecieerd. En we hopen uit de grond van ons hart dat hij zijn werk in alle sereniteit kan blijven doen.

De vakbonden
Gisterennamiddag stonden contacten met de vakbonden op het programma. Dat begon niet zo best. De mevrouw die hier voor de BIT (Bureau Internationale du Travail, administratie van de IAO) de voorbereiding van de missie gedaan heeft, had inderdaad een contact voorzien. Dat ging door op het ministerie van arbeid. De vakbonden daar aanwezig waren de officiële vakbonden, nl. de vakbond van het ministerie van arbeid, van het ministerie van defensie, van binnenlandse zaken, van buitenlandse zaken enzoverder enzovoort en bovendien nog een vakbond geleid door de schoonzus van de president. Ik moet zeggen dat hun analyse toch ook vrij kritisch was.

Ondertussen was ons echter duidelijk geworden dat een andere groep vakbonden op ons zat te wachten op een andere plaats. Dat waren de echte vakbonden: de coördinatoren van UGT, van de indigenas en van de campesinos. Daar zijn we natuurlijk ook naartoe gegaan. En de verhalen die wij zaterdag en zondag al gehoord hadden, hebben we daar opnieuw gehoord, maar dan wel ten gehore gebracht voor de ganse delegatie. De antwoorden op enkele vragen van onzentwege werkten voor de delegatie extra verhelderend inzake de echte situatie van de mensen. Deze ontmoeting was, samen met de ontmoeting met de procureur voor de mensenrechten, het hoogtepunt van de dag van gisteren.

Wat komt uit zo’n dag?
Ten eerste blijft de vaststelling dat straffeloosheid hier echt een probleem is. Een tweede punt is dat de geforceerde manier waarop men het sociaal overleg aanpakt ertoe leidt dat het niet werkt. En ten derde is er het rechtssysteem dat echt moet veranderen.

De enen zeggen: zie eens hoe wij ons best doen. De anderen zeggen: je voelt toch dat dit niet echt is, dat men doet alsof, dat men eigenlijk niet wil dat vakbonden echt bestaan en echt werken en dat men er alles aan doet om hun ontstaan en werking onmogelijk te maken.



Het leven zoals het is

Wegens technische problemen was er gisteren geen blog-bericht. Dat probeer ik nu in te halen.
Zondag hebben we heel wat contacten gehad met mensen die vaak van heinde en ver gekomen waren om ons te kunnen toelichten wat er bij hen allemaal gebeurd was. Ze hadden dossiers bij met bewijsstukken en ze konden dat kort samenvatten. Maar mij trof vooral de algemene sfeer die bij hen heerst, een sfeer van gelatenheid, van 'wie kan hier voor ons nog iets doen'. Ze voelen zich compleet machteloos.


Werken in de maquilas, zolang het duurt...
Er waren ondermeer mensen van de maquilas, meestal vrouwen die werken in textielbedrijven die in de vrijhandelszones opereren. Daar moeten ze geen taksen betalen en de arbeidsvoorwaarden zijn er zeer ongunstig voor de werknemers. Ondanks het feit dat er bepaalde overeenkomsten gesloten werden voor de werknemers die daar werken, heeft de president toch het loon verlaagd voor de maquilas. Er zijn mensen die daar van 7 uur 's ochtends tot 11 u 's avonds opgesloten worden, letterlijk. Ze krijgen nauwelijks de tijd om naar het toilet te gaan. Ze moeten keihard werken.

Maar op een bepaald moment wordt het de werkneemsters vaak toch te veel en dan gaan ze een vakbond oprichten. Vanaf het moment dat dit bekend is, valt men de huizen binnen waar men denkt dat er ledenlijsten te vinden zijn. Wie lid is, wordt dadelijk ontslagen. Vaak wordt de onderneming gewoon gesloten en onder een andere naam, met ander personeel opnieuw opgestart. Deze praktijk is schering en inslag. Het gaat om tienduizenden mensen die hierdoor hun job kwijtraken. Bovendien komt wie op een dergelijke manier zijn baan kwijtgeraakt is op een zwarte lijst te staan en die kan het verder wel vergeten als werknemer. Vaak gaat het om alleenstaande moeders met kleine kinderen. Die kunnen dan enkel nog in de informele economie terecht om de kost te verdienen.

"Waarschijnlijk heb je niet genoeg gewerkt"

Heel wat mensen hebben echter nog met zwaardere repressie te maken. Zo hoorden we het verhaal van Sylva Cusge, een verhaal van een vakbond in een gemeente. Het gemeentepersoneel had een vakbond opgericht en de juridische verantwoordelijke van die vakbond, Armando Sanchez, werd vermoord. Ook Sylva Cusge die ons het verhaal deed werd bedreigd. Gedurende dagen heeft een zwaar bewapende man voor haar huis gestaan, ze werd op de duur ontslagen zonder uitbetaling van loon. En als je dan naar de arbeidsinspectie stapt, krijgt je daar te horen "dat is waarschijnlijk omdat je niet genoeg gewerkt hebt."

Ook de mensen van het zwaar wegtransport kwamen met hun verhaal. Zij moeten vaak heel veel uren na elkaar werken omdat ze overdag niet door de steden mogen rijden. Dat moet 's nachts gebeuren, maar op dat moment lopen ze ook het meeste gevaar om aangevallen te worden door bandietenbendes.

Er waren tientallen voorbeelden van mensen die familie of kennissen verloren hebben. Wie daar klacht tegen indient, krijgt daarna thuis een bende over de vloer die duidelijk maakt dat die klacht moet ingetrokken worden. Anders zullen nog andere familieleden dat met hun leven bekopen.

Uit al die getuigenissen blijkt dat een beperkte groep hier een
groot stuk van de economie in handen heeft. Dat wordt
versterkt door het feit dat heel wat politie-agenten in een parallel circuit zitten en door de zogenaamde veiligheidsagenten die zeker een dubbele rol spelen. Veel wordt ook verklaard vanuit de narcotrafiek waar veel geld mee verdiend wordt en die natuurlijk verborgen moet blijven. Van het moment dat men daarmee in aanraking komt, raakt men er meestal niet meer uit en het einde is vaak de dood. Maar al wie raakt aan deze systemen, al wie probeert de reële problemen aan te pakken, die betaalt daar een hoge prijs voor.

zondag 15 februari 2009

Internationale druk aanhouden

Antigua is een stad niet zo ver van Guatemala City. Het is een oude stad, gebouwd door de Spanjaarden. José Pinçon, de vakbondsleider die ik in een vorige blog voorstelde, is er geboren. Gisteren brachten we een bezoek aan zijn stad. Hij vertelde over zijn leven. Onder meer over de eerste keer dat hij in de gevangenis gezeten had. Dat was ook in Antigua, in de kelder van het kapiteinsgebouw op de grote markt. Maar hij deelde me vooral zijn ongerustheid mee. "Hoe moet het hier verder," vroeg hij zich steeds opnieuw af. De mensen rekenen hier echt op de internationale gemeenschap, op missies als deze, om op dezelfde nagel te blijven kloppen. In de hoop dat het ooit zal beteren. Want het is duidelijk dat de druk om veranderingen af te dwingen moeilijk van binnenuit kan komen, die moet van buitenaf blijven komen.

Willy Morales

Vrijdagavond om 21 uur heeft men Willy Morales gevonden. Willy Morales was een vakbondsman. Zijn lichaam is gevonden op de weg en het was daar duidelijk achtergelaten met de bedoeling dat het nog meerdere keren zou overreden worden. Ook vooraf was hij al zeer sterk toegetakeld. Hij was gefolterd. Zijn weduwe blijft over met twee kleine kinderen.

Dit is een van de gevallen. Hij zal de zoveelste zijn dit jaar. In 2008 werden in Guatemala 11 vakbondsleiders vermoord, in 2007 waren dat er 9.
Soms worden mensen vermoord, soms worden ze opgepakt en verdwijnen ze. Zo is er op dit moment iemand die men heeft opgepakt en die men beschuldigt van moord op iemand anders. Maar niemand gelooft dat verhaal, niemand gelooft dat die persoon de moord gepleegd heeft. Men vraagt nu wat de stand van zaken is in het onderzoek, in welke gevangenis hij zit, of hij niet bezocht kan worden, ... Maar op al deze vragen, krijgt men geen antwoord. De vrees is dat ook hij op een of andere manier verdwenen is.

Dit zijn natuurlijk de uiterste vormen van 'tegenwerken' van de vakbond, maar de andere vormen zijn ook duidelijk. Van zodra men ontdekt dat mensen gesyndiceerd zijn, worden ze ontslagen. Men doet raids op kantoren van vakbonden om ledenlijsten te bemachtigen; die lijsten heeft men nodig om mensen te kunnen ontslaan. In theorie is er een gerechtelijke procedure om die mensen terug aan te werven, de uitspraak gebeurt wel maar ze wordt nooit uitgevoerd.

De mensen die wij ontmoeten, vrezen dat tijdens het bezoek van onze delegatie zal gebeuren wat telkens bij dergelijke gelegenheden gebeurt. De overheid zal proberen aan te tonen dat ze écht wel haar best doet. Ze zullen bijvoorbeeld zeggen dat ze het aantal arbeidsrechters verhoogd hebben. Maar in de praktijk schijnt dat nog niet gerealiseerd te zijn. Ze zullen zeggen dat ze het kantoor van de procureur-generaal speciaal voor die aangelegenheden i.v.m. vakbondsrechten versterkt hebben. Maar in de praktijk ziet niemand daar iets van. Ze zullen zeggen dat ze een tripartiet comité hebben opgericht om een aantal zaken op te volgen. Maar in de praktijk stelt men dat tripartiete comité samen met mensen die de regering zelf aanduidt en gebeurt dat dus niet door de vakbonden zelf. Regering en werkgevers doen altijd hun uiterste best om aan te geven hoe goed ze hun best doen, maar in de praktijk gaat het niet vooruit.

Volgens onze gesprekspartners is dat te wijten aan het feit dat een minderheid hier een meerderheid regeert. Een minderheid die belang heeft bij de winsten van de ondernemingen, die die ondernemingen ook nodig heeft. Vandaaruit ontstaan dan telkens coalities. Die is er bv. ook voor de maquilas, dat zijn de ondernemingen in de vrijhandelszones. Daar moeten ze geen taksen betalen. Voor de maquilas bestaat ook een akkoord met lagere minimumlonen. De omstandigheden waarin de mensen er moeten leven en werken tarten iedere verbeelding.

Tot daar enkele voorbeelden, enkele situaties.