Wereldcongres Internationaal Vakverbond - Vancouver - 21 tot 25 juni

Het 2de wereldcongres van het Internationaal Vakverbond (IVV) draait rond de wereldcrisis en de sociale oplossingen voor deze crisis.


Het ACV stuurt een sterke delegatie naar dit congres. De delegatie wordt geleid door Luc Cortebeeck die ondervoorzitter van het IVV is.



woensdag 10 maart 2010

A disaster for Turkey and the Turkish people and workers (ILO-missie in Turkije 8 en einde)

Het eindgesprek met de vice-minister van arbeid verliep heel moeilijk. Wij konden hem meedelen dat alle sociale partners opnieuw bereid waren een Bursa-overleg bis te organiseren, zodat opnieuw een basis van een nieuwe wetgeving kon worden uitgewerkt. Vanuit de ILO zou de nodige ondersteuning kunnen geboden worden om alle problemen op te lossen. Ook de grootste organisatie zoals Turk-is en de werkgevers, die voordeel kunnen halen uit de huidige regeling, verklaarden zich ten aanzien van ons bereid die voordelen op te geven, omdat ze in de toekomst toch niet houdbaar blijven.

De vice-minister zei dat dit niet kon en liet onmiddellijk de sociale partners opbellen. De hevige gesprekken konden we wel horen, maar natuurlijk niet begrijpen. Een afsluitend gesprek met werkgevers, werknemers en regering bleek onmogelijk te zijn. Uiteindelijk werd aangekondigd dat de regering de sociale partners opnieuw na maanden van radiostilte zou uitnodigen, op 11 maart, niet met ons als pottenkijkers. Bij het einde van de slotvergadering daalde de toon van het gesprek en werd gezegd dat wij ondanks de moeilijke besprekingen altijd welkom zouden blijven.

In ons eindverslag konden we enkel aangeven dat er ondanks de vroegere en de huidige missie, ondanks de geboden technische ondersteuning, op geen enkele wijze vooruitgang werd geboekt. Nu reeds is zeker dat Turkije voor conventie 87 opnieuw ter verantwoording zal worden geroepen tijdens de Internationale Arbeidsconferentie van juni dit jaar. Wij zullen ons verslag ook overmaken aan de Europese Unie. De opening van het 'social chapter 19', één van de vele belangrijke voorwaarden voor de toetreding van Turkije tot de Europese Unie, zal voorlopig wellicht onmogelijk zijn. "A disaster for Turkey and the Turkish people and workers," zo verwoordden wij ten aanzien van elkaar onze gevoelens aan het einde van de missie. Een gemiste kans. Wij kunnen enkel hopen dat door ons verslag ogen worden geopend en dat het een startpunt kan zijn voor de verbetering van de situatie van de werknemers. Einde blog Turkije.

dinsdag 9 maart 2010

Een moeilijke missie (ILO-missie in Turkije 7)

De missie werd ingezet met een bezoek aan een seminarie dat de Europese Unie in Ankara organiseerde over syndicale vrijheid en sociaal overleg in de publieke sector. We gaven er een korte inleiding over het doel van onze missie en de problemen die de ILO vooraf had vastgesteld. Bij de start van de missie ontmoetten we de vice-minister van arbeid, 'hogerop' zouden we niet geraken. De nieuwe minister van arbeid was op reis. De minister van de staat, te vergelijken met onze minister van het openbaar ambt, was niet beschikbaar. Dit is veelzeggend. Een 'high-level-mission' van een organisatie van de Verenigde Naties zoals de ILO heeft normaal automatisch toegang tot alle niveaus van de wetgevende, de uitvoerende en de gerechtelijke macht. Bij vorige uitgaven in andere landen stelde dit geen enkel probleem. Bij het einde van het bezoek werd overigens telkens verslag uitgebracht bij de president en of de eerste minister. Niets daarvan in Turkije, omdat we -dixit de vice-minister van arbeid - niet konden aantonen dat we daartoe een officiële aanvraag hadden ingediend."

Belgisch ambassadeur Pol Dewitte gaf ons gelukkig veel informatie en steunde ons sterk. Hij bracht ons ook in contact met de permanente vertegenwoordiging van de Europese Unie in Turkije. Dit was bijzonder interessant voor onze delegatie en de Europese Unie toonde zich op haar beurt erg geïnteresseerd in ons verslag. Bovendien zal het verslag van onze missie ook dienstig zijn voor het toekomstig Belgisch voorzitterschap van de Europese Raad.

Een goed onthaal kreeg de missie bij alle sociale partners. Wij bezochten de drie vakbonden van de openbare sector. Dat deden we ook bij de drie confederaties van de privé-sector. Turk-is is de meer conservatieve, de oudste en grootste vakbond en vertegenwoordigt 2 miljoen leden. Hak-is werd opgericht als een islamitisch ideologische vakbond en vertegenwoordigt 310 000 leden. Ze onderhoudt goede relaties met de AKP, de partij van premier Erdogan. Disk is een eerder links-progressieve vakbond. Ze scheurde af van Turk-is en heeft 376 000 leden. Ook het bezoek bij de werkgeversorganisatie TISK was hoopgevend. Volgens de voorzitter moet Turkije dringend evolueren naar het Europees sociaal model en moet de sociale regelgeving conform de ILO-normen en het Europees sociaal charter worden gewijzigd. Hij is een groot voorstander van een Turks lidmaatschap van de Europese Unie. De voorzitter van de sociale commissie van het Parlement ontving ons vriendelijk, maar hield zich wel aan het klassieke officiële Turkse standpunt.

Een stap terug (ILO-missie in Turkije 6)

In 2008 waren we hoopvol. De werkgevers en vakbonden hadden zich gedurende enkele dagen teruggetrokken in Bursa. Ze kwamen terug met een akkoord over de syndicale vrijheid en het sociaal overleg. De minister van arbeid zette het om in een ontwerp van wet dat werd ingediend in het Parlement. Niet dat alles al helemaal OK was volgens de Geneefse regels, maar toch was de vooruitgang groot. De zwaarste van de in het vorige stukje geciteerde problemen werden opgelost. Maar even later verdween de minister om ongekende redenen van het toneel. Er kwam een nieuwe minister van arbeid en die trok het wetsontwerp terug.

En de nieuwe minister maakte een nieuw ontwerp, niet meer op basis van het akkoord van Bursa. De dag voor ons vertrek naar Turkije kreeg ik het in handen. Ik heb het bestudeerd tijdens de reis en zag onmiddellijk de vele inbreuken op de vrijheid van vereniging, zoals beschreven in de Conventie 87. Turkije had opnieuw een stap terug gezet.

zondag 7 maart 2010

Wat schort er dan? (ILO-missie in Turkije 5)

In bijdrage 3 kon u al lezen dat het grootste aantal werknemers tot de openbare sector behoort. Meer dan 450 000 ambtenaren mogen zich echter niet aansluiten bij een vakbond. Ook kunnen ze niet over hun arbeidsvoorwaarden onderhandelen.

Werknemers met een tijdelijk contract mogen niet toetreden tot een vakbond. Om lid te worden moet je dit (tegen vergoeding) laten betekenen door een notaris, alle gegevens moeten daarna doorgegeven worden aan de overheid. Men moet tien jaar in een bepaalde onderneming werken en de Turkse nationaliteit hebben om vakbondslid te kunnen worden. Er zijn vele voorbeelden van discriminatoire behandeling van vakbondsleden door werkgevers en er zijn zelfs vele ontslagen om die reden, ondanks een zogenaamde wettelijke bescherming.

Om vergaderingen en betogingen te organiseren moet je de toelating hebben van de provinciegoeverneur. De politie moet toegelaten worden, ook op de interne vergaderingen. De vergaderingen moeten in het Turks doorgaan, niet in de streektaal. Niet werken binnen de regels kan leiden tot opheffing van de organisatie en zware (gevangenis)straffen voor de leiders.

Om te kunnen onderhandelen in een onderneming moet een vakbond 50% + 1 leden hebben binnen het bedrijf en bovendien ook nog 10% binnen de betrokken sector nationaal. Dus enkel één organisatie kan de onderhandeling voeren. Door de overheid worden de gegevens over vakbondslidmaatschap bewust verminderd om onderhandelingen onmogelijk te maken.

Bij syndicale acties wordt zwaar ingegrepen door de politie. De beelden van het optreden van de politie tegen de 1-mei bijeenkomsten in Istanboel worden jaarlijks over de hele wereld uitgezonden. Collectief opkomen voor uw mening wordt vlug aanzien als het verstoren van de openbare orde.

In de publieke sector is het officieel niet toegestaan te staken. Solidariteitsstakingen, algemene stakingen, langzaamaanacties en bedrijfsbezettingen kunnen niet. Stakingen over het niet toepassen van cao's zijn verboden. Deelnemen aan niet toegelaten stakingen kan tot gevangenisstraffen leiden.

Enkel 4 tot 5 mensen mogen piket vormen, er mogen geen tenten gezet of spandoeken gebruikt worden om aan te geven waarover de staking gaat. Niet-leden mogen niet staken. Minstens 30 vaste werknemers moeten bij staking in het bedrijf toegelaten worden. In vele ondernemingen haalt men dit getal niet, gezien de meeste mensen een tijdelijk contract hebben. Stakingen worden in de praktijk dus zo goed als onmogelijk gemaakt.

De overheid komt tussen in de uitwerking van de statuten en de werking van vakbonden.

(Bron: Internationale Arbeidsorganisatie Genève en Internationaal Vakverbond Brussel.)
Wordt vervolgd.

Waarom deze missie? (ILO-missie in Turkije 4)

De stukjes die voorafgaan, zijn er niet zomaar voor de mooie woorden. Ze schetsen de omgeving en geven de sfeer weer waarbinnen de sociale verhoudingen zich afspelen. Over Turkije is publiek erg weinig geweten, ook al bezoeken massa's Belgen en andere Europeanen dit mooie land. Wanneer een zogenaamde 'high-level mission' ter plaatse afstapt, dan heeft dat zijn redenen. Vanuit de 'International Labour Organisation - de ILO' of de Internationale Arbeidsorganisatie van de Verenigde Naties werd dit type missie slechts voor de derde keer uitgestuurd. De vorige missies van hetzelfde type vonden plaats in Colombia (2005) en Guatemala (2009). Ook al mag je de toestand in deze landen niet met deze van Turkije vergelijken, toch is de situatie ook hier sociaal erg zorgwekkend.

De beslissing over de missie werd genomen door de voltallige Internationale Arbeidsconferentie in juni 2009. Vastgesteld werd dat het niet goed loopt met de vrijheid van vereniging en het recht om vrije vakbonden op te richten; anders gezegd: dat je niet zonder risico vakbondslid wordt in Turkije. De andere regeringen vonden het in meerderheid prima een missie te sturen, maar wilden er zelf niet bij betrokken worden, gezien de Europese Unie onderzoekt of Turkije aan de voorwaarden voldoet om tot de Europese Unie toe te treden. Het sociale 'chapter 19' (met onder meer de toepassing van de ILO-conventies en het Europees sociaal charter) is in onderzoek en het is logisch dat de Europese lidstaten geen rechter en partij wilden zijn. Het waren dus dhr. Ed Potter, mijn Amerikaanse werkgeverscollega en ik die de delegatie leidden, sterk ondersteund door mevr. Cleopatra Doumbia-Henry, de directrice van het 'standardsdepartment' van de Internationale Arbeidsorganisatie uit Genève die op haar beurt vergezeld werd door een 'legal officer' en door het ILO-bureau van Ankara. Dat de Turkse regering niet tuk was op de missie werd duidelijk door het vele voorafgaande diplomatieke werk dat nodig was om de missie echt te laten doorgaan. Uiteindelijk lukte het een korte missie te sturen, vorige week van 2 tot en met 5 maart 2010. De missie was heel intensief, met lange dagen en heel korte nachten en ze verliep vooral heel moeilijk.

Het andere Turkije (ILO-missie in Turkije 3)

Ankara, de hoofdstad ligt in centraal Anatolië. Er heerst een landklimaat, dat zouden de delegatieleden geweten hebben. Zon bij het aankomen, maar helemaal niet het aangename lenteweer wat je daar nu spontaan verwacht. Een koude doordringende noordoostenwind was overheersend en de missie eindigde in de plensende regen. Nog iets meer landinwaarts ontspringen de Tigris en de Eufraat, de rivieren waartussen de auteurs van het "Oude Testament" het "Aards Paradijs" hebben bedacht. De stromen lopen door naar Syrië en Irak en vormen daar het rijke oude "Tweestromenland." Die positieve beelden hebben we niet meer voor ogen wanneer we aan Irak denken. Maar in Turkije zie je wel al vanuit het vliegtuig hoe onder meer de streek rond Ankara mooi bewerkt is. Eén derde van het land wordt gecultiveerd. Het landschap is totaal verschillend van de kuststreek, niet zo bergachtig maar meer golvend, onze Ardennen, maar dan met heel weinig bomen. Bruine vruchtbare grond, niet het okergeel van de woestijnlanden iets verderop. Op sommige heuvels ligt zelfs wat sneeuw.

Ankara ligt ver van alles, in "the middle of nowhere", geen zee, en tot heel ver in de omgeving, geen andere steden. Er liggen mooie vlakke autowegen, ook in de stad is de kwaliteit van de wegen goed. Wat een verschil met onze door de winter geteisterde heirbanen. Er wordt flink gebouwd aan kleurrijke en verzorgde appartementsgebouwen. Er zijn verzorgde winkelstraten. Het is een grote stad, met 3,5 miljoen inwoners. Als ik het lege binnenland overvlieg, vraag ik me af waar die 72 miljoen Turken wonen. Maar die hebben natuurlijk de kusten opgezocht en die hebben ze in overvloed.

23 miljoen mensen behoren tot de actieve bevolking. De informele economie is iets belangrijker dan de formele en van de officieel geregistreerde werknemers werken er meer in de openbare dan in de privé-sector. Het land wordt voorbereid op moderne tijden, een groot deel van de verstaatste economie wordt geprivatiseerd. Dat verloopt niet zonder horten en stoten. Ook dat aspect zouden we tijdens de missie ontmoeten. Het land wordt op zijn westers geïndustialiseerd, de ondernemers kijken met veel verwachting naar de Europese markt. Is Europa dan toch dichtbij?

Lekenstaat (ILO-missie in Turkije 2)

Mustafa Kemal Atatürk stichtte in 1923 het moderne seculiere Turkije met als belangrijk kenmerk een strikte scheiding tussen de Islam en de staat. De huidige meerderheid, de conservatieve AKP (Gerechtigheids- en Ontwikkelingspartij) staat met eerste minister Erdogan echter wel dichter bij de Islam en dat leidt soms tot spanningen, vooral met het leger, dat zich als de behoeder ziet van de lekenstaat. Voor twee weken werden 40 militairen opgepakt door de politie, zij worden ervan verdacht een staatsgreep te hebben beraamd. In 1960, 1971 en 1980 waren er al staatsgrepen. Een ander probleem is de plaats van de Koerden, de Turken zeggen dat zij binnen het politieke systeem een plaats krijgen. Maar de Koerdische PKK wil ronduit een onafhankelijke staat. Deze week zijn in ons land een aantal Koerden opgepakt die verdacht worden te behoren tot de terroristische vleugel van de Koerdische onafhankelijkheidspartij PKK. 5000 Koerden (uit gans Europa) protesteerden gisteren in Brussel tegen hun aanhouding.

De politieke spanning in Turkije is duidelijk dreigender dan het gehakketak tussen Vlamingen en Walen bij ons. Die zorgt dus voor een permanent gevoel van wantrouwen tussen regering en leger, tussen politiek en het middenveld, tussen Koerden en Turken, tussen politiek en pers ... . En wantrouwen is niet de beste basis om tot een echte vrijheid van vereniging te komen en dat zouden wij merken tijdens deze missie.

Fotoland (ILO-missie in Turkije 1)

Turkije was voor ons in onze kinderjaren een ver en vooral een vreemd land. Inmiddels kunnen heel wat Belgen er zich iets bij voorstellen. Sedert in betere tijden het Belgisch toerisme de Middellandse Zee overstak om in massa neer te strijken aan de kusten van Izmir, Kusadasi of Antalliah, hebben we een beeld van afwisselend overbebouwde kuststeden en gelukkig hier en daar nog betoverende plaatsen. De Aya Sofia, de Blauwe Moskee of de Bosporus zijn, sedert de citytrips ook Istanboel aandoen, op veler netvlies gebrand. Efeze, Aspendos en Sagalassos hebben menig liefhebber van de oudheid en de archeologie kunnen bekoren. De rijke geschiedenis van de Hettieten, de Armeniërs, de Grieken, Romeinen tot de Ottomanen verrast velen. Omdat deze voor een groot deel ontbrak in onze geschiedenisboeken en vooral omdat, meer dan we vroeger dachten, een stuk van onze geschiedenis zich daar afspeelt. Historisch, maar ook geopolitiek, economisch en sociaal zou de toetreding van Turkije tot de Europese Unie positief kunnen zijn. Is Turkije er klaar voor? Die vraag zou meermaals terugkomen tijdens deze missie.